orgelHet orgel kan wel het meest van alle instrumenten in grootte variëren. Op deze foto het binnenwerk van een middelgroot kerkorgel. Verschillend gevormde rijen pijpen maken zichtbaar dat er verschillende klankkarakters zijn. Deze staan op een windlade. Zie dat als een ‘mengtafel’ of ‘palet’, voor het combineren of apart laten klinken van lage, hoge, donkere, heldere, zachte of sterke tonen. Dit geeft elk orgel een bijzonder karakter. De verschillende pijpen komen tot klinken vanaf het klavier, plus het inschakelen van een register, zogezegd één rij pijpen van één soort klank.
|
Orgelles
Voor het eerste begin kun je prima beginnen met piano, zeker als je geen orgel bij de hand hebt. Voor in huis zijn er veel soorten elektronische of digitale orgels te vinden. Als je zo’n instrument thuis hebt, kun je ook meteen met orgelles beginnen. Voor kerkorgel is het ook van belang dat je pedaal leert spelen: op het toetsenbord voor je voeten. Dat leer je het beste vanaf ongeveer je 12e, als je groot genoeg bent - anders kun je daar moeilijk bij.
Als je verder gevorderd bent met spelen, heeft Alexander Prins de mogelijkheid om orgelles te geven op verschillende kerkorgels in Bodegraven. Dat gaat in overleg met het bestuur van de betreffende kerk. In zijn eigen lesruimte geeft Alexander les op piano en op het hier afgebeelde kistorgel - dat is een echt pijporgel met vier registers en houten pijpen. En hij beschikt over een electronisch orgel met twee klavieren en pedaal.
Docent orgel: Alexander Prins
Als je verder gevorderd bent met spelen, heeft Alexander Prins de mogelijkheid om orgelles te geven op verschillende kerkorgels in Bodegraven. Dat gaat in overleg met het bestuur van de betreffende kerk. In zijn eigen lesruimte geeft Alexander les op piano en op het hier afgebeelde kistorgel - dat is een echt pijporgel met vier registers en houten pijpen. En hij beschikt over een electronisch orgel met twee klavieren en pedaal.
Docent orgel: Alexander Prins